De Nederlandse taal lijkt veel op het Duits, het Portugees op het Frans, maar lijkt het Frans bijvoorbeeld ook op het Chinees? Je zou zeggen van niet, maar toch zijn er overeenkomsten. “In sommige talen die niets met elkaar te maken hebben zijn vergelijkbare patronen te herkennen”, zegt Jenny Doetjes, de kersverse hoogleraar Semantiek en Taalvariaties. “Er zit iets gemeenschappelijks in taal. Daar wil ik meer over te weten komen.”
Hoewel haar proefschrift voornamelijk over de Franse taal ging, gaat ze talen nu breder bekijken. “Er zijn veel variaties tussen talen, maar ik ben geïnteresseerd in de overeenkomsten.” Dat er overeenkomsten zijn, dat weten we. Zo komt het Nederlands bijvoorbeeld voort uit het oude Germaans vanwege de culturele en historische gelijkenissen. Maar, talen die dat niet hebben kunnen ook op elkaar lijken. “Het Ivoriaanse Frans lijkt bijvoorbeeld op het Armeens, terwijl die mensen waarschijnlijk nooit contact hebben gehad”, zegt Doetjes. Hoe dat kan? “Het heeft iets te maken met het brein, maar hoe dat precies zit, dat moet nog verder onderzocht worden.”
Tellen
Doetjes focust haar onderzoek op alles wat met tellen en hoeveelheden te maken heeft. Ze kijkt hiervoor vooral naar baby’s die, zo blijkt uit bestaand onderzoek, het interessant vinden om te tellen zonder dat zij al een besef van taal hebben. Zo hoopt Doetjes achter de processen in het menselijk brein te komen. “Woorden zoals ‘veel’ of ‘een paar’ zijn namelijk niet in alle talen hetzelfde, terwijl baby’s van nature wel tellen. Het Chinees heeft bijvoorbeeld veel niet-telbare woorden.” In haar proefschrift besteedde Doetjes al aandacht aan telwoorden. Ze bestudeerde het Franse woordje ‘beaucoup’, dat ‘veel’ betekent.
Methode
Er wordt veel onderzoek naar taal gedaan en er is dus veel kennis beschikbaar. Toch wil dat niet per sé een voordeel zijn. “Iedereen gebruikt zijn eigen terminologie. Er is veel kennis verstopt in grammatica boeken.” Doetjes wil dat digitaal samenvoegen.